maandag 26 oktober 2015

Hoezo oud?

Inside every old person is a young person wondering what happened. Die zin intrigeert me al dik twintig jaar. Vooral in het Engels. Omdat ik het door die woorden beter voor me zie: een verbaasde tiener of twintiger in het stramme lijf van een bejaarde. Die zin is prachtig verbeeld in de fotoserie van fotograaf Tom Hussey.



Je kijkt in de spiegel en je ziet jezelf. Vitaal en in je element: als dappere brandweerman, jonge moeder, toegewijde verpleegkundige, enzovoort. Met daarbij de gedachte dat alles nog kan. Foto’s van jezelf zijn confronterend. Jaren terug had ik foto’s van mijn moeder gemaakt, in de hoop dat ze konden dienen als paspoortfoto, want naar de fotograaf lopen lukte niet meer. Natuurlijk voldeden ze niet aan de eisen, maar toch waren die foto’s akelig raak. Ze lieten mijn moeder zien zoals ze er uitzag. Ik zag haar wel vaker natuurlijk, maar op die foto’s zag ik plots een bejaarde vrouw, met een beetje afwezige verstarde blik. Verdrietige, kale aanblik. Zelf zag ze het ook: ‘Jezus, wat een oud wijf ben ik!’ Ik wist niet wat te zeggen, iets ontoereikends als ‘dat valt toch wel mee’. Het viel niet mee.

Ik zit nog wel een paar decennia van bejaard zijn vandaan, maar schrik toch regelmatig. Ja soms ook van mijn eigen spiegelbeeld, maar vooral van anderen. Mensen van mijn leeftijd die er soms schrikbarend oud uitzien. Onlangs nog in de krant, een historicus - misschien komt het door zijn beroep? -  ik schatte hem midvijftig. Hij was midveertig… net als ik. 

Een tijd terug ging ik naar de begrafenis van de vader van een goede vriend. Een voor een druppelden zijn jaarclubgenoten de kerk binnen. Ik zag zeker zes keer mijn vader binnenkomen: lange kleurloze regenjas, bril, terugtrekkende haargrens, strakke zijscheiding, ernstige blik. Ouwe mannen! Het viel de vriendin met wie ik was ook op. Maar… we zijn even oud. Hoe vriendelijk is de tijd voor ons geweest? Je knippert met je ogen en ze zeggen ineens ‘u’ tegen je. Nog een paar nachtjes slapen en ze vragen of ze me moeten helpen met oversteken. 

zaterdag 29 augustus 2015

Ik weet het niet

Ik weet het even niet.. wat niet? Nou, heel veel niet. Maar vooral wat ik nou wil. En dat hoor je na je veertigste wel een beetje te weten, toch? The big picture van ‘zo wil ik het en hier ga ik voor’! Iets dat zin en richting geeft. Niet per se grip op de zaak, dat is meestal schijn. Het leven heeft soms onverwachte loopings waar je nog maanden draaierig van blijft.


Hoe erg is het om het even niet te weten? Weet ik ook al niet. Niet heel erg misschien. Ik doe werk dat ik leuk vind, mijn kind is gezond, ik ook. So far so good. Het gaat niet goed, het gaat niet slecht, het gaat er tussenin. Klinkt geinig, maar het voelt een beetje stilletjes. Zoals de stad in vakantietijd. Lege straten, lege parkeervakken, lege huizen. En jij als enige in je achtertuin in een doodstille straat. Stiekem in de stad. Maar die stad draait inmiddels weer op volle toeren en ik zit het nog steeds stiekem niet te weten.

Het voelt ongemakkelijk om nergens echt warm voor te lopen. Alsof je kansen laat liggen en lafjes maar wat aanklooit. In plaats van alles in het werk te stellen om toch een eigen radioshow te krijgen of eindelijk dat boek te schrijven, kijk ik kattenfilmpjes, drink wijntjes en zit ik te candy crushen. Dat voelt niet direct energiek of bevlogen. Alsof ontmoediging aan het roer staat na - recente en minder recente - teleurstellingen in werk en liefde, die uiteindelijk ieders pad kruisen. En 't is zo’n mooie kreet: het gaat er niet om hoe vaak je valt, het gaat erom hoe vaak je opstaat. Prachtig… maar wat doe ik? Ik lig niet, maar ik sta ook niet echt fier. Geen fut om ‘het maximale eruit te halen’. Terwijl elke dag de laatste kan zijn….

Beter opbranden dan uitdoven, zegt Deelder. En ik ben het daar zo hartgrondig mee eens… maar hoe ontstijg ik mijn eigen risicoloze middelmatigheid? 
Geen idee. 
Nu even niet.

zondag 5 april 2015

Alleen aan zee

Als ik heel eerlijk ben, dan zou ik dit noemen: eenzaam aan zee. Maar dat voelt zo ‘loserig’. Het is eerste Paasdag, supermooi weer en hartstikke druk op het strand. Mensen maken selfies met hun lief tegen een strakblauwe lucht of lopen in groepen op het strand. Of alleen, maar met hun hond, dus dan ben je in functie en dat voelt minder kut. 

Ben ik de enige die een probleem heeft met alleen zijn? Ik ken inmiddels alle uithoeken ervan en het voelt alsof ik de codes van het leven niet snap. Ik heb hele lieve vrienden, maar ze zijn allemaal druk of wonen ver weg of allebei. En ze zijn me heel lief en ik weet dat ze ook van mij houden. Maar ik ben alleen en het is stil. En ik baal ervan. Ik wil een geliefde en ik vind hem niet.

Ik weet dat ervaringen uit het verleden geen garantie bieden voor de toekomst en soms denk ik: ‘misschien is dat een voordeel, want het heeft zeer genoeg gedaan vroeger’. En dan maak ik het uit met iemand die van mij houdt en met mij oud worden wou… Waarom doe ik dat in godsnaam? Omdat ik dingen miste maar ik mis hem ook. Het lijkt wel alsof iedereen het vermogen heeft om snel weer iemand te vinden. Hij ook. Binnen vijf weken was er een andere mevrouw. Wij zijn blijkbaar heel voorradig. Ik heb het afgelopen halfjaar stilletjes winterslaap gehouden. Heb blijkbaar meer talent voor alleen dan me lief is. Er lopen trouwens wel een paar mensen alleen hoor. Van die opgedroogde oudere vrouwen. Mijn voorland? Vraag ik me dan vol zelfmedelijden af. Wie weet zijn die zwijgende stellen op het strand elkaar allang zat. Uitgeluld, maar liever eenzaam samen dan zichtbaar alleen. Veel te eng. Ik snap het wel. 

Ik heb co-ouderschap, al bijna 9 jaar. En ik heb zo vaak gedacht: ik word niet gemist. Er is niemand die met liefde van mij wakker ligt. Er is niemand die zich zorgen om mij maakt. Als ik op de dag dat mijn zoon naar zijn vader gaat, dood neerval, wordt dat pas een week later ontdekt als ik weer moet aantreden in mijn zorgtaken als moeder. Ik wil het zo graag anders en ik weet even niet waar ik het zoeken moet. Daarom ben ik in mijn eentje aan zee. Aan de wandel met mijn wanhoop langs de branding, in het zonnetje. Ogenschijnlijk alles in orde. De beste plek om te zijn. Maar wel eenzaam.