maandag 13 februari 2012

kleine meisjesdromen

Worden kleine meisjesdromen stiekem groter als je ouder wordt? Wanneer je een paar keer genadeloos hard op je plaat bent gepleurd en dus echt wel beter weet… Ik denk soms van wel. Mijn dromen zijn er nog steeds… en soms is dat leuk, want het is daar meestal vriendelijker dan in de ochtendspits, op kantoor of alleen in dat grote bed. Maar hee, ik ben inmiddels qua leven ongeveer halverwege, als ik tenminste niet alsnog in een wak rijd.

Ben zeker weten sadder & wiser dan tien jaar terug, maar heb nog steeds de hoop op iemand die trots is (en blijft!) als ik naast hem loop. Ook als het niet alle dagen feest is. Het voelt soms hopeloos sneu en naïef. Zeker als er weer zo’n commerciële romantische dag voor de deur staat. Valentijnsdag. Echt alleen maar leuk als er iemand met liefde van je wakker ligt.

Ik ben zeer tegen mijn zin enorm gevoelig voor het opgeklopte sentiment van dat soort dagen. Van kinds af aan al. Te jong begonnen aan Viva’s en Cosmo’s denk ik, vol shiny, happy people, die ook nog eens doen alsof ze het leven helemaal hebben begrepen. Ik vergaapte me eraan, in het stille, sombere, gereformeerde nest. Heb eindeloos gedagdroomd van vrolijke feesten in mooie jurken, als ik later groot was en zelf kerst, Valentijn en het leven ging vieren.

Inmiddels weet ik het heus wel: liefde is meestal niet voor altijd, er zijn ook stomme feestjes, mijn vrienden vieren alles het liefst casual en het leven loopt niet volgens het plaatjesboek in je hoofd. Maar toch… voor het geval dromen ooit – liefst some day soon – zomaar mee de dag in kunnen… de jurken heb ik! Maar op Valentijnsdag ga ik ff op zwart.

vrijdag 10 februari 2012

Allenig

Ik wil een boek schrijven. Sterker nog, ik ben er mee bezig, maar al best een tijd. Ik voldoe alsmaar niet aan één absolute randvoorwaarde: echt goed alleen kunnen zijn. Schrijven verdraagt weinig tot geen gezelschap of afleiding, terwijl ik nogal gedij op contact met de buitenwereld. Tuurlijk, het is een andere vorm van alleen-zijn dan die waar veel mensen stiekem last van hebben, maar niet durven zeggen. Eenzaamheid is taboe, iets voor sukkels die de sociale boot hebben gemist of voor bejaarden. En iets wat je soms kan overvallen in gezelschap. Maar dat is al zo goed gezegd door De Dijk in 'niets is zo eenzaam als een stampvol café'. Daar valt niks aan toe te voegen.

De eenzaamheid van schrijvers en kunstenaars is anders, vaak zelf gekozen. Om echt iets te maken, iets te scheppen, moet je niet continu afgeleid worden door geouwehoer en gezelligheid. Je moet, zoals dat heet, 'naar binnen'. Naar jezelf. Een plek waar veel mensen niet graag heengaan. Zonde natuurlijk want iedereen roept altijd dat geluk in jezelf zit... de beste verstopplaats ooit, als je t mij vraagt, maar dat terzijde. Binnen moet je wezen dus, zonder vluchtwegen als afwas, telefoon, internet of opeens nu echt je badkamer gaan verbouwen. 

Ik zoek naar manieren om dat alleen-zijn draaglijk te maken. Beeldspraak helpt, gek genoeg. Een kunstenaar die ik sprak zei: ik ben nu eenmaal het liefst op mijn eigen eilandje in de rivier, als een reiger met één been opgetrokken. Bijna poëzie. Vrolijker dan dat stampvolle café. Maar welke echt helpt is de uitspraak: zo eenzaam als een pinguin op een ijsschots. Wow! Happy feet! Ik ga schrijven!