Ik wil een boek schrijven. Sterker nog, ik ben er mee bezig, maar al best een tijd. Ik voldoe alsmaar niet aan één absolute randvoorwaarde: echt goed alleen kunnen zijn. Schrijven verdraagt weinig tot geen gezelschap of afleiding, terwijl ik nogal gedij op contact met de buitenwereld. Tuurlijk, het is een andere vorm van alleen-zijn dan die waar veel mensen stiekem last van hebben, maar niet durven zeggen. Eenzaamheid is taboe, iets voor sukkels die de sociale boot hebben gemist of voor bejaarden. En iets wat je soms kan overvallen in gezelschap. Maar dat is al zo goed gezegd door De Dijk in 'niets is zo eenzaam als een stampvol café'. Daar valt niks aan toe te voegen.
De eenzaamheid van schrijvers en kunstenaars is anders, vaak zelf gekozen. Om echt iets te maken, iets te scheppen, moet je niet continu afgeleid worden door geouwehoer en gezelligheid. Je moet, zoals dat heet, 'naar binnen'. Naar jezelf. Een plek waar veel mensen niet graag heengaan. Zonde natuurlijk want iedereen roept altijd dat geluk in jezelf zit... de beste verstopplaats ooit, als je t mij vraagt, maar dat terzijde. Binnen moet je wezen dus, zonder vluchtwegen als afwas, telefoon, internet of opeens nu echt je badkamer gaan verbouwen.
Ik zoek naar manieren om dat alleen-zijn draaglijk te maken. Beeldspraak helpt, gek genoeg. Een kunstenaar die ik sprak zei: ik ben nu eenmaal het liefst op mijn eigen eilandje in de rivier, als een reiger met één been opgetrokken. Bijna poëzie. Vrolijker dan dat stampvolle café. Maar welke echt helpt is de uitspraak: zo eenzaam als een pinguin op een ijsschots. Wow! Happy feet! Ik ga schrijven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten